Menu Sluiten

Platform vraagt om actie tegen tien bandenbedrijven vanwege tijgermug en gelekoortsmug

Stichting platform Stop invasieve exoten heeft bij demissionair minister van Medische Zorg en Sport Tamara van Ark een verzoek ingediend om handhavend op te treden tegen tien bandenbedrijven waar in de afgelopen drie jaar tijgermuggen of gelekoortsmuggen zijn aangetroffen. Volgens het platform blijkt uit openbaar gemaakte documenten dat zeker vier bedrijven hun plicht om de banden droog te importeren niet nakomen en dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) daar structureel niet tegen optreedt. De overige bedrijven houden zich niet aan hun plicht tot droge opslag van de banden. Dit blijkt volgens het platform uit de aanwezigheid van de muggen bij die bedrijven, want de eitjes hebben water nodig om uit te komen.

De tien bandenbedrijven zijn gevestigd in de provincies Utrecht (Kargro in Montfoort),  Flevoland (Robeo in Lelystad, Gebroeders Kraan in Almere en Kargro in Emmeloord), Overijssel (Heuver in Hardenberg), Drenthe (Dikabo in Assen), Limburg (Ruband en Profile Tyrecenter in Weert) en Noord-Brabant (Vrakking in Etten-Leur en Moerdijk).

Foto © PIxabay

Tijgermuggen zijn exotische muggen die meer dan 20 virusziekten kunnen verspreiden naar mens en dier, zoals zika, dengue, chikungunya en hartworm. Ook gelekoortsmuggen kunnen virusziekten overbrengen, zoals dengue en gelekoorts. Ziekten waar vaak geen medicijnen of vaccins voor zijn en die soms een dodelijke afloop hebben. Een in Nederland zeer belangrijke invoerroute is de import van gebruikte banden uit gebieden waar deze exotische muggen voorkomen. In die zogeheten risicogebieden liggen de banden buiten en valt er regen in. Die banden zijn ideale broedplaatsen voor de tijgermug en de gelekoortsmug. De bandenbedrijven zijn daarom sinds 2013 verplicht om te voldoen aan een aantal voorschriften, waaronder droge import en droge opslag van de banden. Aanvankelijk waren de voorschriften in een convenant opgenomen, maar sinds 2018 heeft de minister ze aan de bedrijven opgelegd op basis van de Wet publieke gezondheid, juist omdat er exotische muggen werden gesignaleerd.

Wilfred Reinhold, voorzitter van het platform: “Uit documenten die de NVWA op verzoek van het platform openbaar heeft gemaakt, wordt duidelijk dat de NVWA als toezichthouder niet toeziet en ook niet handhaaft op het voorschrift van de droge import.”

Allereerst blijkt dat uit de ‘Checklist voor inspectie van bandenbedrijven’ die door de NVWA wordt gehanteerd bij de uitoefening van het toezicht. Daarin staat niets over droge import. Daarentegen luidt de eerste vraag: ‘Worden banden uit risicogebieden droog gemaakt?’. Een vraag die uitgaat van een situatie waarin de banden nat worden geïmporteerd.

Ook in de folder ‘Voorkom uitheemse muggen op uw bedrijfsterrein!’ wordt met geen woord gerept over de verplichting tot droge import. Over het droog opslaan van de banden wordt daarentegen gezegd: ‘Dit is veruit de belangrijkste maatregel.’

In een presentatie van het CMV (Centrum Monitoring Vectoren) staat een foto met daarop twee medewerkers van een bandenbedrijf, die met een waterstofzuiger het water uit een geïmporteerde band zuigen. Op de begeleidende sheet staat: ‘Droogmaken en droge opslag niet overal praktijk’.

Uit een interne nota en een verslag van een bedrijfsbezoek van de NVWA blijkt dat zeker vier bedrijven de banden nat importeren en dat de NVWA dit niet als een overtreding van de voorschriften beschouwt. Men vindt het alleen belangrijk dat de ingevoerde banden drooggemaakt worden. Over een van de bedrijven in Weert: ‘Banden uit risicogebieden worden leeg gezogen.’ Over het bedrijf in Assen: ‘Banden uit risicogebieden worden droog gemaakt.’ Over het bedrijf in Lelystad: ‘Banden uit risicogebieden worden zoveel mogelijk leeg gezogen.’ In verslag van een bezoek aan het bedrijf in Hardenberg staat ’ik vroeg X of deze banden als er water in staat, droog gezogen worden. X zei dat dit niet wordt gecontroleerd, en er inderdaad wel eens banden tussen staan die nat zijn.’

Reinhold: ”Als de banden in het land van herkomst de container ingaan, terwijl ze water bevatten, kunnen eitjes, larven en poppen zich ontwikkelen tot volwassen tijgermuggen en/of gelekoortsmuggen. Bij het openen van de container vliegen de exotische muggen dan naar buiten en kunnen ze zich over het bedrijfsterrein en in de omgeving verspreiden.

Uit de documenten blijkt dat de NVWA het kennelijk wél belangrijk vindt dat de banden op het bedrijf drooggemaakt worden. Maar ook het droogmaken van de banden op het bedrijfsterrein brengt risico’s met zich mee. De eitjes, larven en poppen die nog in het water aanwezig zijn, kunnen dan bijvoorbeeld in een afvoerputje terechtkomen waar ze kunnen uitgroeien tot volwassen muggen.“

Bovendien blijkt de NVWA het droogmaken enkel te zien als een inspanningsverplichting (‘Banden uit risicogebieden worden zoveel mogelijk leeg gezogen’). Kennelijk heeft de NVWA er geen probleem mee dat de banden deels nat blijven. Dan kunnen de aanwezige eitjes, larven en poppen alsnog uitkomen, ook als de banden overdekt worden opgeslagen.

Reinhold: “ Doordat de NVWA toestaat dat de bandenbedrijven in strijd met de voorschriften de banden nat invoeren, waardoor de muggen uit de geopende container kunnen vliegen, het droogmaken van de banden op het bedrijfsterrein een risico op verspreiding van exotische muggen met zich meebrengt en de NVWA het droogmaken van de banden slechts als een inspanningsverplichting beschouwt, is het eigenlijk geen wonder dat bij veel bandenbedrijven vrijwel jaarlijks tijgermuggen worden aangetroffen.”

Voor zover onomstotelijk zou blijken dat een of meer bedrijven de banden te allen tijde droog hebben geïmporteerd, vraagt het platform de minister om tegen deze bedrijven handhavend op te treden op basis van het voorschrift dat de banden droog moeten worden opgeslagen. ‘Steekmuggenlarven hebben water nodig om zich te ontwikkelen. Zonder water in de banden kunnen de eitjes niet uitkomen en zullen ze, op de lange termijn, sterven. Geen water in de banden: geen steekmuggen, ’ zo is in de eerdergenoemde folder te lezen.

“Toch is in de afgelopen drie jaar bij deze bedrijven – ondanks droge import – sprake geweest van tijgermuggen of gelekoortsmuggen op of rond het bedrijfsterrein. Het kan niet anders dan dat dit het gevolg was van het feit dat er water in de banden terecht is gekomen. Dus hebben deze bedrijven het voorschrift van de droge opslag overtreden,” aldus Reinhold.