Het is hordenloper Nick Smidt niet gelukt om de finale te bereiken van de 400 meter horden. De 24-jarige atleet uit Assen kwam in de halve finale als zevende over de finish.
Door: Romy Posthumus
“Ik ging zo hard weg en ging zo goed op de eerste 200 meter, maar ik liep op het laatste stuk helemaal vol. Ik vind dat ik heel slecht heb gelopen en het voelt alsof ik mezelf tekort heb gedaan en mijn familie heb teleurgesteld’’, zei Smidt met een brok in zijn keel en de tranen in zijn ogen.
Smidt was er namelijk zeker van dat hij de finale kon halen, al wist hij dat hij dan een seconde van zijn persoonlijk record moest afhalen. “Ik was er mentaal klaar voor. Ik had mezelf de hele dag lopen oppeppen. Zo van: al breek je een been of een schouder, dat maakt niks uit, je gaat gewoon zo hard mogelijk. De benen heb je. Ik voelde de adrenaline en de energie, alsof het me gegeven was.’’
Beste seizoenstijd
Maar Smidt had die benodigde wonderbenen niet. Hij kwam in zijn heat van de halve finales nog goed uit de bocht naar het laatste rechte stuk, maar in de laatste meters was hij het ritme volledig kwijt en stortte in. Als zevende kwam hij over de finish in 49,35, wel zijn beste seizoenstijd, maar geen persoonlijk record.
Smidt: “Het was alsof de aarde onder me wegzakte. Ik voel me zo stom, alsof het niet aan de concurrentie lag die beter is, maar helemaal aan mezelf omdat ik niet door die verzuring heen kon. Ik weet niet waarom, maar het raakte me even emotioneel.”
Smidt kon zich gelukkig snel herpakken. “Over een paar dagen kijk ik er vast anders naar en zal ik trots zijn dat ik in de halve finales van de Olympische Spelen heb gestaan. Over drie jaar is Parijs. Ik ga er hard voor trainen.”