Voor de jeugd is er weinig te doen in Assen, vooral tijdens de coronapandemie is dit duidelijk geworden. Ook in de wijk Peelo merken ze deze overlast. Arie Kant, manager van wijkcentrum ’t Markehuus, ging het gesprek aan met de jeugd.
Door: Esmée Söllner
Tweede vestiging van de McDonalds
“Vorig jaar hadden wij veel last van hangjongeren. Er werden ramen ingegooid en soms leek het wel een tweede vestiging van de McDonalds door al het zwerfaval”, vertelt Arie. Op dat moment zijn ze in gesprek gegaan met de jongeren. Deze waren boos. Alles waar ze gebruik van willen maken, was weggehaald uit de wijk en ook in de stad zelf is niks te doen voor de jeugd. Dan ontstaan er hangplaatsen.
“Voor de coronapandemie hadden we al last van de hangjeugd, maar tijdens de pandemie werd het alleen maar extremer.” Arie heeft gesproken met ongeveer dertig jongeren en samen zijn ze met lijstjes gekomen wat ze van elkaar verwachten. De jongeren kwamen met een soosavond, meidendag, kinderdisco en een voetbaltoernooi. Alleen moesten ze het zelf organiseren.
Binnenlopen bij ‘t Markehuus
Elke vrijdag komen de jongeren bij elkaar om de activiteiten te organiseren. Het eerste evenement was een voetbaltoernooi en dat was een groot succes volgens Arie: “De politie en de begeleiders van Vaart Welzijn waren er ook. Die zagen jongeren terug die misschien wel op het verkeerde pad geëindigd waren of die wel eens bij Vaart Welzijn geweest waren.”
Het project met de jongeren loopt nu hartstikke goed. Naast de georganiseerde activiteiten, mogen de jongeren ook gebruik maken van ’t Markehuus. Even binnenlopen voor een gesprek, iets te drinken of te schuilen voor de regen. Arie vindt dat deze opvang in elke wijk moet zijn: “Nu krijgen wij jeugd uit alle wijken in Assen, maar eigenlijk zijn wij vooral voor jongeren uit Peelo. Het is lastig om de andere jongeren weg te sturen, daarom gaan we in september in gesprek met alle buurthuizen. Om te laten zien hoe wij het doen en dan hoop ik dat alle andere buurthuizen het overnemen. Want ook de jongeren maken deel uit van de gemeenschap en voor hen moet je ook klaarstaan.”