Vanaf zaterdag 3 juli kan iedereen met een tuin of een balkon weer vlinders tellen. Vorig jaar werd de Atalanta het meest gezien. De kans is groot dat dat dit jaar ook zo is, maar er is concurrentie. Twee soorten die ook hoge ogen gooien zijn De Kleine Vos en de Dagpauwoog.
Door: Esmée Söllner
Het is dit jaar voor de dertiende keer dat De Vlinderstichting de telling houdt. Dankzij deze jaarlijkse telling ontstaat er een beter beeld van de toestand van de natuur in stad en dorp. Die informatie is belangrijk, want dagvlinders reageren snel op het milieu en op klimaatverandering. Uit onderzoek blijkt namelijk dat er steeds minder vlinders zijn in Nederland.
Goede vlindertuin
Van de dagvlinder zijn zo’n vijftig tot zestig soorten per jaar in Nederland. Een gemiddelde tuin in Assen heeft hoogstens zo’n tien tot vijftien soorten vlinders, maar dan heb je wel een hele goede vlindertuin volgens Kars Veling van De Vlinderstichting. Van de nachtvlinder zijn veel meer soorten, maar dit is moeilijk om te tellen. Hier zijn speciale hulpmiddelen bij nodig en dat is niet voor iedereen weggelegd.
Meedoen is eenvoudig en kan tot en met 25 juli. Het is een kwartiertje in de tuin rondlopen en de vlinders die dan gespot worden kunnen doorgegeven worden aan De Vlinderstichting. Via de stichting is ook een kaart te vinden waar alle vlindersoorten opstaan, zodat je ze kan herkennen.
Wilt u meer horen over de vlindertelling? Luister dan naar onze uitzending van Asserlei. Afgelopen dinsdag (het tweede uur) vertelde Kars Veling van De Vlinderstichting meer over de vlindertelling.