Op dinsdag 15 oktober 2024 werd (onder meer) in Assen de ‘Dag van de Witte Stok’ georganiseerd. Thema van dit jaar: “Op pad met de witte stok, geef ons de ruimte.’
Hoe ervaren mensen die visueel gehandicapt zijn Assen? Vooral ook: ‘Hoe toegankelijk is Assen nu echt? Zeker als je Assen niet kent?’
Uit de vele verhalen van visueel gehandicapten bleek dat er wel degelijk aandacht voor de toegankelijkheid is én dat er op veel plekken nog aanzienlijke verbeteringen mogelijk zijn. ‘Ziende’ bezoekers konden ook zelf ervaren hoe het is om zich voort te bewegen als je niets ziet want zij konden een parcours uitproberen met een blinddoek en een ‘witte stok.’
Alle foto’s: © Cees van der Boom | Omroep Assen
Vrij te downloaden voor eigen gebruik
Voor alle andere doeleinden is voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming vereist

Geschiedenis
De Wereld Blinden Unie riep op 15 oktober 1970 officieel de ‘Dag van de Witte Stok’ uit. Dat werd gezien als de officiële bekrachtiging van deze dag, want toenmalig President Lyndon B. Johnson van USA riep al in 1964 de ‘White Cane Safety Day’ in het leven. Voormalig President Barack Obama vond die titel niet helemaal passend. Hij wijzigde de naam die dag in 2011 tot ‘Blind Americans Equality Day’. Een titel die naar mijn mening meer recht doet aan mensen die visueel gehandicapt zijn. Niet de beperking staat dan immers centraal maar juist de gelijkwaardigheid.
Inmiddels is 15 oktober een jaarlijks terugkerende ‘Internationale Dag van de Witte Stok.’ Wereldwijd wordt op deze dag aandacht gevraagd voor de situatie voor mensen die visueel gehandicapt (van blinden en slechtzienden) zijn, onder andere in het verkeer.

De voorloper van de Witte Stok
Was de witte stok er altijd al? Het antwoord is ontkennend. Het bestuur van de Rotterdamse Blindenbond kaartte in 1924 het probleem van blinden en slechtzienden en met name in het verkeer bij het oversteken van drukke kruispunten aan bij Dirk Adriaan Caspers, commissaris van de Rotterdamse politie en waarnemend hoofdcommissaris. Hij was zeker bereid om daar aandacht aan te besteden en adviseerde tijdens een ledenvergadering van de Rotterdamse Blindenbond dat visueel gehandicapten een herkenningsteken zouden gebruiken. Een voorbeeld dat hij noemde was een stokje met een rood plaatje.
Zou de blindenbond zijn advies overnemen, dan zou hij zorg dragen dat zodra een visueel gehandicapte een (druk) kruispunt naderde om over te steken een verkeersagent direct het verkeer zou stopzetten. Aanvankelijk was men wat aarzelend, maar na overleg werd zijn advies – zij het met een kleine wijziging – aangenomen. Het herkenningsteken werd een stokje met een groen-wit-groen vlaggetje, dat de kleuren van het stadswapen van Rotterdam symboliseerde. Zo werd commissaris Caspers de bedenker en de geestelijk vader van een herkenningsteken voor visueel gehandicapten.
In andere delen van Nederland was de stok met het vlaggetje minder tot niet bekend. Het gevolg was dat een zeer slechtziende man in Amsterdam in 1928, ondanks het gebruik van de stok met het vlaggetje, bijna werd aangereden.
De Nederlandse Blindenbond voerde op dat moment witte wandelstokken in. Dat resulteerde opnieuw in het feit dat mensen nauwelijks wisten waar de stok voor diende én voor de gebruikers was het een groot nadeel dat de witte stok 1,25 gulden kostte. Een ander punt was dat het zwaaien met de witte stok als gevaarlijk werd gezien: visueel gehandicapten konden met de stok bijvoorbeeld een klap uitdelen aan willekeurige voorbijgangers of mensen die – net als zij – stonden te wachten om over te steken.
De vlaggetjes werden in die tijd gezien als het meest veilig en ook multi-inzetbaar: doven en slechthorenden konden deze vlaggetjes ook hanteren voor herkenbaarheid.
Zoals we nu allemaal weten heeft de witte stok het ‘gewonnen’ van het vlaggetje en vond er veel later een aanpassing plaats door de witte stok te voorzien van rode markeringen. Eigenlijk zouden we nu dus moeten spreken over de ‘rood-witte-stok.’
Hoe ervaren visueel gehandicapten de toegankelijkheid van Assen?
De verhalen van de visueel gehandicapten zijn wisselend. Eén dame woont in Emmen en vertelde: “De situatie in Emmen is vreselijk. Veel gidslijnen of geleidelijnen zijn weg en het is één grote wantoestand. Het is gewoon erg gevaarlijk. Daardoor ben ik erg beperkt.” Zij gaf aan dat het in Assen wel ‘meeviel’ en ook dat er nog vele verbeteringen mogelijk zijn.


Gids- en geleidelijnen
Deze lijnen bieden visueel gehandicapten oriëntatie. Met behulp van hun rood-witte-stok kunnen zij zich oriënteren en bepalen waar zij zijn en hoe zij verder moeten lopen.

Probleem is echter dat beide lijnen zich in de openbare ruimte bevinden en ‘er zijn kapers op de kust.’ Dat is te zien aan diverse reclameborden die in de nabijheid van de lijnen staan óf er zeer dichtbij óf op de lijnen. Dat betekent dat visueel gehandicapten als het ware stuitten op een belemmering en zij zich dan moeten her-oriënteren.
Zo is bijvoorbeeld op de ze foto te zien dat de lijn – zonder enige markering en/of waarschuwing – bijna naadloos overgaat in een terras. Tijdens de symbolische oversteek was dat al voor een dame een zodanig probleem, dat zij bijna voorover op de stoel van het terras viel. Gelukkig werd dat door een medemens voorkómen maar dat had heel anders kunnen uitpakken.





Vandaag volop aandacht van de media en van stadsfotograaf Ineke Heijting, maar aandacht voor de ‘rood-witte-stok’ is dus nog steeds noodzakelijk en broodnodig.
Dit is het dus nét niet …
Dit is weer prima
Hoe loopt dit dan af?