Menu Sluiten

Column: Corrector……..

Ooit was er een moment, dat ik voor de eerste keer in aanraking met de journalistiek kwam. Het is 1967 en ik zie in een personeelsadvertentie dat een drukkerij in Groningen om een corrector verlegen zit. Wat is een corrector? Of liever gezegd wat doet een corrector? Het beroep bestaat sinds de intrede van de computer en de tekstverwerker allang niet meer. De kopij werd ooit door de verslaggever op een schrijfmachine getikt. Aan een indrukwekkend groot apparaat waaraan van alles draait en beweegt en ratelt, zit een meneer in een beige stofjas de kopij over te tikken. Vervolgens rollen er loden regeltjes uit die machine. Die regeltjes zijn eigenlijk gegoten loden stempeltjes. Wanneer het artikel gezet is, gaan de regeltjes naar de proefdrukpers. Een draai aan een grote slinger en op een vel papier zien we dan het resultaat van de noeste arbeid van de machinezetter. Dat vel papier gaat dan samen met de originele kopij naar de correctiekamer, waar ik met een paar collega’s en een chef zit, en wij mogen het zetsel dan nakijken op zetfouten. Ik leerde ook de termen Cicero en Augustijn. Lengtematen die in de grafische wereld gebruikt worden. Na de correctie kan de tekst terug naar de pagina opmaak. Het corrigeren is in feite doodsaai werk, want je moet niet lezen maar vergelijken.

De drukkerij waar ik terechtgekomen ben, is Drukkerij de Waal en die bevindt zich aan de Nieuwe Ebbingestraat. Het is een vrij kleine boekdrukkerij die nog kan bestaan dank zij een langlopende drukorder die ze bij het Gereformeerd Gezinsblad hebben. Het is ook een drukkerij met een gereformeerde traditie. Veel mensen die er werken, en onder andere ook mijn chef, zijn van huis uit vrijgemaakt gereformeerd. Een oplage van zo’n 12000 kranten werd daar toen op een ouderwetse vlakdrukpers dagelijks geproduceerd en dat was ook nog een landelijke oplage. Het was de krant voor de vrijgemaakt gereformeerde mens in onze samenleving en die werd dagelijks voor het overgrote deel via postabonnementen verspreid. Deze zelfde krant bestaat nog steeds, maar heet nu Nederlands Dagblad.

Tweede Kamerlid Piet Jongeling bracht namens de GPV als eenmansfractie, de vrijgemaakt gereformeerde gedachte in de politiek. Deze krant was zijn spreekbuis. Hij was ook hoofdredacteur. Iedere dag kregen wij zijn vrijwel onleesbare handgeschreven kopij onder ogen. De voorpagina van deze krant bevatte zijn politieke commentaar. Hij woonde in Groningen en reisde dagelijks met de trein op en neer naar politiek den Haag. Die commentaren schreef hij dan onderweg. Hij had een merkwaardig handschrift, hoekig en met veel rechte lijnen. Zijn balpen had diepe sporen achtergelaten op het papier. Hij drukte letterlijk met kracht zijn handschrift niet op het papier maar in het papier. Zou dit door het hobbelende treinreizen komen of wilde hij daarmee zijn orthodoxe rechtlijnigheid uitdrukken?

Piet Jongeling had het in zijn commentaren ook over ‘onze vrienden in Zuid Afrika’ en was binnen de politiek daardoor omstreden omdat hij de apartheid als gelegaliseerd koloniaal systeem sterk verdedigde. Een opstelling van loyaliteit naar de zwaar Christelijke Nederlandse boeren van wie de

voorouders ooit naar Zuid Afrika waren geëmigreerd. Over zijn opstelling van destijds, zwijgt men nu liever in die kringen.

Ik vergeet nooit meer dat ANP berichtje dat ik toen onder ogen kreeg. Het was een bericht over het stoffelijk overschot van een vermist persoon, dat na dagenlang dreggen eindelijk boven water kwam. Het was gewoon een stoppertje, zo’n berichtje dat gebruikt wordt om een gat in een pagina op te vullen doordat er wat te weinig nieuws was. Ik gaf de correctie door en de chef van de correctieafdeling, las het nog eens na en veranderde de oorspronkelijke term ‘stoffelijk overschot’ in ‘het lijk’. “Want”, zo zei hij “de term stoffelijk overschot sluit de wederopstanding uit bij de terugkomst van Christus en daarom gebruiken wij die term in deze krant niet”. Ik wist van verbazing niet meer wat ik moest zeggen.

Na drie maanden was de proeftijd voorbij en kreeg ik te horen, dat ik niet voor corrector in de wieg was gelegd en dat ik een carrière daarin wel kon vergeten. De drukkerij ging niet zo lang daarna failliet en sinds de intreding van computers en tekstverwerkers bestaat het beroep corrector allang niet meer. Bij mijn weten heeft ook Harry Muskee dit werk in de jaren 60 nog gedaan voor de Drentse en Asser Courant. Eelco Gelling was toen leerling fotograaf en haalde landelijke bekendheid doordat de directie hem ontsloeg wegens zijn te lange haardracht.

Het Nederlands Dagblad van nu, heeft niet meer die orthodoxe opstelling van toen. Toen ik pas geleden één van hun huidige medewerkers dit verhaal over ‘de wederopstanding’ vertelde, kon hij mij nauwelijks geloven.

Tijden veranderen en ook mensen.

Bert Jippes