Menu Sluiten

Asser mannen zijn medestander in campagne tegen geweld tegen vrouwen

Over de hele wereld kleuren allerlei gebouwen en objecten in het oranje. Dit gebeurt in het kader van de internationale dag tegen geweld tegen vrouwen. Dit jaar zijn meerdere mannen uit Assen als medestander betrokken bij de campagne. Zij spreken zich uit tegen geweld tegen vrouwen en spannen zich in om binnen hun organisaties geweld te bestrijden en te voorkomen.

Foto © Marcel Jurian de Jong

“Geweld tegen vrouwen is een groot probleem”, benadrukt wethouder en medestander Jan Broekema (SP). “Dat één op de drie vrouwen te maken krijgt met intimidatie of geweld, laat zien hoe urgent het is. Door mee te doen aan de campagne geven we aan, dat het niet alleen een probleem van vrouwen is. Vooral niet. Het zijn overwegend mannen die verantwoordelijk zijn voor dit geweld. Dus we zullen hen moeten betrekken en het gesprek aangaan.”

“Bewustwording is belangrijk”, vult Tim Keizer aan. Hij is tennisleraar bij De Hertenkamp in Assen. “Ik heb in mijn directe omgeving meegemaakt hoe groot de impact van geweld tegen vrouwen kan zijn. Maar dat blijft vaak verborgen. Het is goed dat het met deze campagne zichtbaar wordt gemaakt.”

Gesprekken

Met elkaar in gesprek gaan over agressie tegen vrouwen is nog best lastig, weten de medestanders.  “Als je iets ervan zegt, zeker tijdens het uitgaan, kan dat al snel irritatie opleveren”, vindt Keizer. “Vaak zijn de reacties dan ‘ik doe toch niks’ of ‘het valt toch wel mee’. Maar ook dan, of misschien juist dan, is het belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan”, zegt Jan Broekema.

Binnen het Drenthe College vinden in ieder geval gesprekken plaats over geweld tegen vrouwen, laat Arwin Nimis weten. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van het Drenthe College. Zo wordt er aandacht besteed aan het onderwerp in de lessen burgerschap. “Het is belangrijk dat je niet alleen vak leert, maar ook hoe je omgaat met elkaar.” Ook vindt hij het van belang dat vrouwen zich veilig voelen op de school, en dat ze weten dat ze problemen kunnen aankaarten. “Veel geweld vindt achter de voordeur plaats. En mijn beeld is dat dat door corona eerder is verergerd. Achter de voordeur kunnen we als school niet komen maar vrouwen kunnen dit soort problemen altijd bespreken met een begeleider of vertrouwenspersoon.”

Positieve reacties

“Als gemeente ondersteunen we de acties”, zegt Broekema. “Vorig jaar is er een enquête gehouden onder zo’n 200 vrouwen naar onveilige plekken in de stad. Daar hebben we serieus naar gekeken en inmiddels hebben we daar ook een aantal van aangepakt. Tenslotte moet iedereen zich veilig voelen in onze stad.” Hij krijgt een duim van ondernemer Ronald Obbes. Dw veiligheid in de stad is voor hem de belangrijkste reden om zich ook als medestander achter de campagne te scharen.

De mannen die zich als medestander in de campagne laten zien hebben tot nu toe alleen positieve reacties gehad. “Vooral van vrouwen”, zegt Keizer. “Mijn dochter vroeg: is dat nu nodig?”, vertelt Nimis. “Ik hoop alleen maar dat over een paar jaar iedereen zich zo veilig voelt dat ze zich datzelfde afvragen.”

Gebouwen kleuren oranje

Verschillende gebouwen kleuren oranje in het kader van de campagne ‘Orange the World’ tegen geweld tegen vrouwen. In Assen zijn dit het gemeentehuis, het provinciehuis. het Drents Museum, De Nieuwe Kolk en RTV Drenthe. Gedurende de campagne, die tot 10 december loopt, zijn er verschillende acties waarbij aandacht wordt gevraagd voor het probleem van geweld tegen vrouwen. De kleur oranje staat voor een nieuwe dag waarop er geen geweld meer is tegen vrouwen. Deze keer is het thema preventie, waarbij wordt benadrukt dat niet alle vrouwen en meisjes, maar juist ook mannen en jongens betrokken moet worden.

Ook in andere steden van Drenthe worden gebouwen verlicht, waaronder het Atlas Theater, het station van FC Emmen en op verschillende plekken in Meppel. Het is dit jaar voor het eerst dat alle Nederlandse provincies meedoen aan de campagne. De coördinerende organisatie schat dat er meer dan tweehonderd gemeenten deelnemen. Bovendien haken veel Nederlandse ambassades aan. In totaal doen ruim honderd landen mee aan de campagne.